Ga naar de inhoud
Gino Pisa
Gino Pisa
  • Bio
  • Schilderijen
    • Klein
    • Middel groot
    • Groot
    • Portret
    • Postzegels
      • Postzegelserie de Snoek
      • Postzegelserie M.
      • Postzegelserie Godfried
      • Postzegelserie Broclepia
      • Postzegelserie de Schilder
    • Vroeg Werk
    • Vogels
  • Tekeningen
  • Grafiek
  • Teksten
    • Proza
    • Verhalen
      • Mijn vader
      • Mijn zoon
      • Stakenberg
      • Leijdekkers
      • Watervrij
      • Voetbalsupporter
      • De dag van de grote verbranding
      • Hulde aan de koffiefilter
      • Twee boerenzoons
      • Oudejaarsavond
      • Schilder
      • Vis
      • Weberraam
    • Tekst-dicht
  • Media
    • Barby – Pop
    • De Grote Meester
    • Duco van Glinsteren
      • De brand
      • Kunstacademie
      • Ontstoppingsveer
      • Rijbewijs
    • Nachtzusters interview
  • Contact
  • nl
    • nl
    • en
Rijbewijs
Rijbewijs
Duco heeft ooit zijn rijbewijs gehaald, maar hij maakt er sindsdien weinig gebruik van.
Het is voor hem zo vermoeiend om continue scherp te moeten zijn.
Een half uurtje rijden gaat nog wel, maar dan wordt het lastiger.
Duco dwaalt dan af in gedachten, en soms heeft hij dan het gevoel van – als ik nu in een keer mijn stuur omdraai is het gebeurd met de hele familie.
Niet echt een motivatie om te willen rijden.
Destijds had Duco van zijn rijinstructeur gehoord, dat hij welliicht een kandidaat zou kunnen zijn om examen te doen voor het rijk.
Dat kon toen nog worden aangevraagd, als je tweemaal was gezakt.
Inmiddels is dat veranderd in drie keer.
Duco deed dus eindexamen voor het rijk.
Hij moest zich melden bij een kantoor in de buurt van een groot industrieterrein..
Een hele aardige man heette hem welkom.
Zij dronken samen koffie, alvorens ze plaats namen in de automobiel.
Toen Duco van start wilde gaan, vroeg de rijinstructeur aan hem, “welke richting wil je op gaan?”
Hoewel er maar een richting was, zei Duco, “gewoon rechtdoor.”
De examinator knikte bedachtzaam.
Duco reed een lange rustige weg af.
“Goed zo,” zei de instructeur van het rijk.
“Verderop bij de kruising gaan we naar rechts, denk eraan om richting aan te geven.”
Nadat Duco de bocht had genomen, begaf hij zich weer op een lange rustige weg.
De zon scheen flauwtjes, en aan de horizon dreef een donkere wolkenpartij.
De man van het rijk merkte op, “ik hoop dat het een lange, hete zomer zal worden.”
“Ik ook,” had Duco gezegd.
Er was eigenlijk nauwelijks verkeer waar te nemen.
In de verte zag Duco een vrachtwagen rijden die hij mogelijke wijze moest gaan passeren, maar al snel besefte hij dat het niet zou gaan gebeuren, want het voertuig werd steeds kleiner.
Duco deed melding van zijn gedachtengang, en kreeg met lof teruggekoppeld
dat hij een hele goede inschatting had gemaakt.
“Vooruit kijken, is het allerbelangrijkste bij het autorijden,” had de examinator gezegd.
Duco reed voort door een nogal afgelegen gebied.
Zijn stuur had bijna een vierkante vorm, en Duco had gevraagd waarom dat was.
De examinator legde uit, dat een vierkante vorm een meer adequate actierichting geeft dan het ronde stuur.
“Wat bedoelt u precies,” vroeg Duco, terwijl hij strak voor zich uitkeek om de weg te  kunnen volgen.
“Het is wetenschappelijk onderzocht, en uit onderzoek is gebleken dat,”………plots schoot er een fazant over de weg.
Duco zag het dier te laat om het te sparen.
“Prima,” zei de rijinstructeur. Het is veel te gevaarlijk om plotseling te remmen,
hiermee zou je andere weggebruikers ernstig in gevaar kunnen brengen.”
Het zweet stond op Duco zijn voorhoofd, en het begon opeens flink te regenen.
Duco zocht naar zijn ruiterwisserknopje, maar hij gaf grootlicht.
“Heel goed,” zei de instructeur, en hij remde af tot stilstand met zijn eigen pedaal.
“Op deze weg, en in deze situatie, is het heel goed om groot licht te geven,” zei de man van het rijk, met een zalvende stem.
Even later zaten zij samen in het kantoortje, waarbij hij Duco mededeelde dat hij was geslaagd.